Waarom nog kijken, als je luisteren kan

YouTube.  17 jaar oud. Wie kon in 2005 vermoeden dat wat door drie oprichters vanuit een garage werd bestierd, de wereld zo zou gaan domineren als het gaat om beeld. Bewegend beeld wel te verstaan. Later werd het nog eens dunnetjes overgedaan door Facebook: met de komst van 4G begonnen de gebruikers van de megapoplulaire social app ook op mobiel massaal video’s te delen en af te spelen, al snel gevolgd door adverteerders. Alles wat kon bewegen, zou bewegen. Wie geen video had, of het nu generated by users, influencers of bedrijven was, telde niet meer mee.

Ironisch

Nu de infrastructuur, distributie, en het aanbod en gebruiksvriendelijkheid van het vinden en afspelen van kwalitatieve podcasts massale adaptatie mogelijk maakt, is de opmars van audio niet meer te stuiten. Wat iets ironisch heeft: immers radio bestaat al zo lang (een stuk langer dan TV), en kwalitatieve video is toch echt een dimensie complexer om te maken dan de gemiddelde podcast. Waarom heeft de doorbraak van audio dan toch zo lang op zich laten wachten?

‘Het videodecennium heeft ons blind gemaakt voor alternatieven. Het was video voor en na, onder en boven, achter en voor.’

Niet omdat het moest maar omdat het kon

Nou, het lijkt alleszins terug te voeren naar de eerdergenoemde dominantie van YouTube, en de algehele dominantie van het online video aanbod in het afgelopen decennium. Kijk je van een afstandje terug, wetende hoeveel complexer en duurder het maken van een video is ten opzichte audio, dan kun je je wenkbrauwen fronsen over de mate waarin de productie van video de boventoon voerde onder adverteerders. Het videodecennium heeft ons blind gemaakt voor alternatieven: het was nimmer de vraag welk vorm, audio of video, voor dat specifieke communicatiedoel de beste was. Het was video voor en na, onder en boven, achter en voor. Niet omdat het moest, maar omdat het kon. Met de wetenschap van nu kun je stellen dat misschien wel 30% van alle video’s op YouTube eigenlijk helemaal geen beeld nodig heeft. Met name veel informatieve en educatieve video’s kunnen het prima af zonder.

Das war einmal

De allesoverheersende videocultuur heeft veel gebracht, maar de weinig kritische houding heeft de ontwikkeling van een audiocultuur ontegenzeggelijk vertraagd. Maar das war einmal! Eenmaal de analyse gemaakt, kunnen we met overtuiging vaststellen dat er een fraai audiotijdperk in het verschiet ligt. Zoveel nuttige informatie die op een entertaining manier gepresenteerd kan worden, voor een fractie van de kosten. En de luisteraar, die is de lachende derde. Die kiest eenvoudigweg met welke nuttige bezigheid hij het luisteren combineert; in elk geval niet met nóg langer naar een scherm staren.

Previous
Previous

podcast: de interne communicatie revolutie